Op Vulcano

8 oktober 2018 - Vulcano, Italië

Vanmorgen om kwart voor 6 liep de wekker af, het was nog helemaal donker buiten. De laatste spullen ingepakt en daarna naar ons ontbijt, benieuwd wat er zou staan. Het licht is in ieder geval aan en onder een glazen schaal ligt een zakje met stokbrood, wat pakjes boter en enkele soorten jam. Ook staat er onder een glazen stolp diverse zoetigheid zoals cake en koekjes. Thee en koffie kunnen we zelf zetten, wat een service van het hotel.

Als we wegrijden begint het al een beetje te schemeren en binnen een uur zijn we bij de bewaakte parkeerplaats. Daar krijgen we een bewijs van aflevering en Bert moet zijn autosleutel in een af te sluiten kast hangen. De auto blijft hier dus staan tot vrijdagmorgen want we blijven 4 nachten op Vulcano slapen. We worden met een busje naar de haven gebracht, het is maar 600 meter maar het is toch wel prettig.

Daar aangekomen kunnen we meteen doorlopen naar de kade want we hebben gisteren natuurlijk de tickets al omgeruild. Buiten gaan we op een bankje zitten in de zon, er is wel wat bewolking. Er komen steeds meer mensen, die met de boot mee willen. De boot vaart via Vulcano en Lipari naar Salina. Vulcani ligt het dichtst bij de kust maar Lipari ligt er vlak achter, dat scheelt maar 800 meter; de rest ligt verder uit elkaar.

De eolische eilanden bestaan uit 7 kleine eilanden te weten Vulcano, Lipari, Salina, Alicudi, Filicudi, Panarea en Stromboli. Deze eilanden zijn de overblijfselen van actieve en uitgedoofde vulkanen. Op Stromboli is de vulkaan nog steeds actief, regelmatig is er een uitbarsting, dat moet vooral ’s avonds een spectaculair gezicht zijn. Een van de kraters op Vulcano, de Gran Creatore, werkt nog steeds. Hij spuwt niets naar buiten maar de gele zwaveldampen komen op diverse plekken de berg nog uit. De eilanden staan allemaal op de Unesco Werelderfgoedlijst.

We varen met een draagvleugelboot binnen een uur van Milazzo naar Vulcano, we zitten op vliegtuigstoelen zonder gordel en mogen tijdens de reis niet lopen. Doordat het zo snel gaat zie je ook niet zo veel. In de haven van Vulcano stappen we uit en kijken of er een busje van het hotel staat. Niet dus, zij weten waarschijnlijk niet dat we een uur eerder zijn. We besluiten om dan maar te lopen want het is ongeveer 800 meter, dat moet te doen zijn.

Na ongeveer 10 minuten lopen komen we bij het hotel. We melden ons bij de receptie maar men vertelt ons dat de kamer nog niet klaar is, dat hadden we eigenlijk ook niet verwacht. We mogen ondertussen wel alvast gaan ontbijten, dat is wat anders dan een kopje koffie aangeboden krijgen. We maken er dus maar gebruik van, vooral wat drinken is toch wel fijn. Daarna lopen we alvast wat rond in de omgeving en in de tuin van het hotel en dan kunnen we naar de kamer. Geen grote kamer deze keer maar weg hebben wel weer een privé terras.

Inmiddels is het wel half twaalf en we gaan maar eens kijken wat er allemaal te doen en te zien is op Vulcano. We lopen via een andere weg richting de haven en dan gaat het toch steeds meer stinken, Dat is de lucht van de zwavel van het modderbad, daar kun je letterlijk en figuurlijk niet omheen. Het zwavelbad is niet groot maar je kunt ook in de zee zwemmen en die zee is daar erg warm door de warmwaterbronnen. Hier gaan we zeker een keer gebruik van maken. Het strand, voor zover er strand is, is helemaal zwart door verpulverd lavagesteente. Best vreemd om te zien en het voelt ook anders aan dan gewoon zand.

Bij de haven gaan we lekker een biertje drinken want geloof het of niet het is inmiddels ruim 25 graden. En dan gaat iets koels er best wel in. Als we verder lopen kijken we bij een bord waarop een vaartocht rond het eiland wordt aangeprezen en meteen daarna worden we ook aangesproken door een alleraardigste man. Hij is zelf de kapitein van een bootje voor deze tocht rond het eiland. Hij weet het goed te verkopen dus we besluiten om ’s middags om 14.00 uur mee te gaan voor een tocht van bijna 2,5 uur. Hij vertelt ons ook dat we halverwege kunnen zwemmen.

We lopen terug naar het hotel om even lekker op de kamer te zitten en doen dan onze badkleding aan waarna we terug lopen naar de haven. Als we aan boord stappen blijkt dat we met ongeveer 20 mensen zijn. Hij vertelt veel tijdens het varen, jammergenoeg in het Italiaans dus we krijgen er niet veel van mee, maar hij doet wel zijn best om het ons ook duidelijk te maken. We zien de andere eilanden ook liggen. Halverwege legt hij de boot voor anker en kunnen we het water in. We verwachten dat het wel koud zal zijn maar rustig doorgaan is er niet bij. Ik besluit dan ook maar om er gewoon in te springen en dan is het een heel aangename verrassing, het is heerlijk water, warmer dan gisteren het zwembad bij het hotel was.

Na ongeveer 20 minuten varen we verder en aan de onderkant van het eiland, bij de oude vuurtoren, mogen we even van boord om naar de toren of het kerkje te kijken. De vuurtoren is niet meer in gebruik en het kerkje is dicht. Hierna varen we terug naar de haven, het is dan al bijna kwart voor 5. Het is geweldig om het eiland op deze manier te zien, zo krijg je wel een heel goed idee van de grootte en hoe het er uit ziet. Dat lukt niet als je alleen op het eiland bent.
Als we uitstappen probeert de kapitein ons over te halen om morgen mee te gaan naar Panarea en Stromboli maar we gaan morgen al naar Lipari.

Terug in het hotel gaan we lekker onder de douche en schrijf ik alvast het grootste deel van dit verhaal.
Om 20.15 uur gaan we naar het restaurant van het hotel. Het is er gezellig druk met een grote groep jongelui met begeleiding. Het eten is heerlijk en na afloop, even tekenen voor de rekening, gaan we naar de kamer.

Foto’s

1 Reactie

  1. Johan van Aken:
    9 oktober 2018
    Het is weer mooi. Fijne vakantie verder.